woensdag 27 februari 2008

DE ZONNIGE ZIJDE VAN HET FREELANCE MODEL

Dit artikel is in iets gewijzigde vorm op 27 februari 2008 verschenen in het NRC Handelsblad.

Menno van der Veen schetst in zijn opiniestuk van 16 februari jl. een uitermate positief beeld van grote organisaties en vaste medewerkers. Deze organisaties en individuen investeren in elkaar en zorgen zo voor langdurige groei, rust en reflectie. De auteur is bang dat zijn Utopia ten onder gaat aan freelancers die op zoek zijn naar de korte termijn kick en niet meer investe-ren in langdurige relaties. Maar is dit wel zo? Het wetenschappelijk onderzoek naar freelancers, en hun invloed op organisaties wijst op een veel zonniger werkelijkheid; een samenleving die gelukkiger en vrijer is én die betere economische prestaties levert. Een samenleving waarin het netwerk in toenemende mate de maatschappelijke functie van de bureaucratie overneemt. Daarom wil ik hier enkele wetenschappelijke bevindingen ten aanzien van freelancers de revue laten passeren.

Freelancers zijn er in alle soorten en maten; van journalisten tot managers, van technici tot ver-pleegsters en van kunstenaars tot juristen. In Nederland zijn er ongeveer 350.000. Al deze in-dividuen verschillen, maar de bindende factor is dat zij hun kennis verkopen op de externe markt en niet aan één enkele organisatie. Zij werken daar waar dit het beste past bij hun doel-stellingen. Sommige freelancers willen vooral veel geld verdienen, maar veruit de meeste free-lancers kiezen voor vrijheid, professionele uitdaging en voor een optimale balans tussen werk en privé. Één ding staat als een paal boven water; freelancers zijn gelukkiger met hun werk en hun leven dan vaste medewerkers . De vrijheid om zelf te bepalen wat je doet en met wie is een zeer groot goed. Mensen worden namelijk helemaal niet gelukkig van het werken in grote organisaties. Of zoals Leavitt stelt ; Big organizations are unhealthy places for humans. Eigenlijk is van der Veen het daarmee wel eens als hij in zijn opiniestuk stelt dat de cultuursector steeds afhan-kelijker wordt van gedetailleerde subsidieregels, dat al het wetenschappelijk onderzoek tegen-woordig op de komma geoormerkt moet worden en dat er in de media en bij de overheid bijna geen ruimte is voor interne discussies en zelfreflectie. Dit zijn echter allemaal typerende ken-merken van grote ongezonde bureaucratische organisaties. Van der Veen beargumenteerd dat deze organisaties zo log en bureaucratisch zijn omdat freelancers in toenemende mate deze organisaties verlaten. Maar het is natuurlijk andersom; freelancers verlaten deze organisaties omdat zij log en bureaucratisch zijn. Veel grote ondernemingen zijn verworden tot gevangenis-sen waar een eigen mening niet op prijs worden gesteld. Dit is niet nieuw. Iedereen die ooit Modern Times van Charlie Chaplin heeft gezien weet dat de traditionele bureaucratie ook in de jaren ’20 niet leidde tot geluk en welzijn. Het grote verschil met vroeger is dat mensen in de kenniseconomie de mogelijkheid hebben gekregen om aan deze grote gevangenissen te ont-snappen en te ‘stemmen met de voeten’. Veel freelancers hebben tegenwoordig niet meer no-dig dan een laptop en een mobiele telefoon om een eigen bedrijf op te zetten. Dat was vroeger wel anders. Voor het opzetten van een welvarende onderneming was altijd veel durf, kapitaal en gegoede contacten nodig. De ontwikkeling van de kenniseconomie heeft het individu vrij-heid gebracht en is de sterke motor achter de stijging van het aantal freelancers.

Door de groei van de kenniseconomie zal de ‘leidende’ rol van de organisaties en instituties inderdaad moeten veranderen, maar dit is waarschijnlijk eerder ten goede dan ten kwade. De rol van de grote bureaucratie loopt na een periode van ruim 150 jaar op zijn einde. Met de groei van de kenniseconomie komt de menselijke maat terug. Niet voor niets worden organisa-ties in de laatste decennia weer kleiner. De leidende rol van de bureaucratie wordt in toene-mende mate overgenomen door sociale netwerken. Deze netwerken zullen – net als vroeger in tijden van de gilden– de sociale substantie vormen waarbinnen mensen zich thuis voelen, zich ontwikkelen en relaties aangaan. Mensen vinden discussie, rust en reflectie in deze netwerken. Organisaties en instituties zullen zich moeten aanpassen en een nieuwe rol van toegevoegde waarde moeten vinden binnen deze netwerken. Dit proces is nu overal aan de gang. Organisa-ties verliezen in toenemende mate hun rol als kennisbron en als werkgever. Deze posities wor-den steeds vaker ingenomen door professionele netwerken.

Overigens is het niet zo dat de belangen van grote organisaties en kleine zelfstandigen per de-finitie tegengesteld zijn. In tegendeel, in het dagelijkse werk hebben freelancers en organisaties elkaar nodig en is het gemeenschappelijke belang vaak groot. Voor freelancers is het uitermate belangrijk dat de projecten waar zij aan meewerken succesvol zijn. Hun goede naam, professi-onele ervaring en hun toekomstig inkomen hangt er van af. Verscheidende onderzoeken heb-ben aangetoond dat de betrokkenheid van freelancers vaak hoger is dan de betrokkenheid van vaste medewerkers. Grote organisaties profiteren niet alleen van deze betrokkenheid maar ook van de vernieuwende kennis van freelancers. Doordat freelancers jobhoppen van organisatie naar organisatie wordt de kennis van organisaties continu ververst. Saxenian heeft overtuigend laten zien dat een sector met veel freelancers zich kenmerkt door veel innovatie en vernieu-wing. Freelancers zijn de bijen van de kenniseconomie die zorgen voor bloeiende organisaties en groeiende industrieën.

Dit is een pleidooi voor een open kijk op freelancen. De angsten van Menno van der Veen hebben weinig tot niets te maken met de freelancemoraal. Waarden als rust, discussie en reflec-tie horen niet per definitie bij grote bedrijven. Integendeel, de bureaucratie heeft geen enkele reputatie op het gebied van menselijkheid. Je hoeft Het Bureau van Voskuil maar te lezen en weg is het romantische beeld van leidende instituties. Een toekomst gebaseerd op netwerken van individuen en kleine organisaties ziet er daarom veel rooskleuriger uit dan van der Veen doet vermoeden. In elk geval kiezen steeds meer individuen voor een carrière als freelancer en daarmee voor vrijheid, professionaliteit en geluk. Steeds meer monniken verlaten het klooster en trekken de bergen in om met groepen van verschillende samenstelling rust en reflectie te vinden.